sport
algemeen
cultuur

Stijn Tuijtel kan zaterdag met Dam Club IJmuiden promotie afdwingen

Door Arnold Aarts - 4-3-2014, 15:46 (Update 4-3-2014, 15:46)
haarlems-dagblad-stijn-tuijtel-kan-zaterdag-met-dam-club-ijmuiden-promotie-afdwingen
Stijn Tuijtel: ,,In bijna elk team lopen wel één of twee vreemde snuiters rond.’’ Foto United Photos/Toussaint Kluiters

HAARLEM - In wijkgebouw De Hanzeborg in Lelystad moet het zaterdag allemaal gebeuren. Op neutraal terrein strijdt Damclub IJmuiden tegen Damgenootschap Het Noorden uit Groningen voor een plaats in de hoofdklasse.

Een zekerheid aan het bord van DCIJ is Stijn Tuijtel. De 26-jarige Haarlemmer speelt al een dik decennium in de hoofdmacht van de vereniging. Op zijn veertiende debuteerde hij. ,,Tegen Radj Balak, dat weet ik nog wel. Er was een plek vacant en die moest worden opgevuld. De toenmalige voorzitter probeerde altijd de jeugd te promoten, dus hij vond het geen probleem mij een kans te geven. Ja, het ging goed. Ik won.’’

Ton Sijbrands

De aandacht bij DCIJ voor jong talent kwam niet uit de lucht vallen. Het roer moest om, nadat hoofdsponsor Cote D’Or was teruggetreden. Dankzij de financiële steun van de chocoladeproducent beheersten de IJmuidenaren de nationale competitie. Met kanonnen als Ton Sijbrands, Harm Wiersma en Rob Clerc in de ploeg werden de landstitels aaneen geregen.

Toen het toptrio vertrok, realiseerde DCIJ zich dat de jeugdopleiding moest worden opgewaardeerd. Het resultaat - met onder meer de opkomst van Tuijtel - werd snel concreet. Met het vroege debuut als gevolg. ,,Het was voor mij allemaal erg wennen in het eerste team. Ik stapte in een wereld die ik helemaal niet kende. Ik speelde opeens samen met dammers die mijn leermeester waren.’’

Internationale carrière

Van de scholier, die destijds ook nog voor de Haarlemse Dam Club uitkwam, werd veel verwacht. Wie op zijn veertiende in de hoofdklasse damt, kan wel eens een grote toekomst tegemoet gaan. ,,Maar ik had snel door dat een internationale carrière niet haalbaar was. Toen ik een jaartje of zestien was, merkte ik dat er veel jongens rondliepen die veel talentvoller waren dan ik. So be it.’’

Tuijtel werd een zeer verdienstelijk clubdammer, die DCIJ veel punten heeft bezorgd. Hij heeft het idee nog steeds beter te worden. Wat dat betreft zou promotie naar de hoofdklasse meer dan welkom zijn. Liever spelen tegen betere tegenstanders van wie hij nog kan leren dan tegen mindere opponenten die steevast voor remise gaan. Zo komen Tuijtel en consorten in de eerste klasse nog wel eens ’hakkers’ tegen, meestal zwakkere dammers die het liefst zo snel mogelijk veel schijven van het bord willen hebben. ,,Ik vind het verschrikkelijk om tegen te spelen.’’

Kamikazedammers

Er zijn veel meer type dammers, heeft Tuijtel ervaren. Zoals de ’kamikazedammers’, voor wie hij grote bewondering heeft. ,,Die spotten heel erg met de ongeschreven regels. Zo is een bepaald gedeelte van het bord een no go area als sommige velden zijn bezet. Zij gaan daar dan juist op spelen. En ze zijn in staat om een wedstrijd waarin ze straal verloren staan toch nog te winnen. Jan van Dijk uit Friesland is er heel goed in.’’

Tuijtel is ondertussen niet alleen dammer bij DCIJ, maar ook jeugdleider. Hij werd gevraagd door Jesse Bos, die doorschoof als voorzitter van de club. Tuijtel is verantwoordelijk voor het schooldamtoernooi, waar hopelijk de interesse van de leerlingen in de sport wordt aangewakkerd. Aansluitend biedt de club een cursus aan van tien lessen. ,,Gemiddeld doen er zo’n vijftien kinderen aan mee. We hopen altijd dat er twee overblijven. Het is altijd leuk om te zien hoe snel leerlingen het oppikken.’’

Joop Meure

Tuijtel is min of meer op dezelfde manier met de sport in aanraking gekomen. Op zijn basisschool Willem van Oranje kwam destijds de bekende Joop Meure langs namens de Haarlemse Dam Club. ,,Die gaf ons damles tijdens de pauze. Die had goed door dat het ledenaantal van een club alleen op peil blijft door naar scholen te gaan en kinderen enthousiast te maken. Iedereen had heel veel respect voor die man.’’

Ook bij DCIJ is het ledenaantal (op dit moment zo’n 65) immer een bron van zorg. Niet voor niets werd twaalf jaar geleden besloten onderdak te verlenen aan schaakclub Kijk Uit. ,,En dat gaat prima. Schakers en dammers verschillen niet zoveel van elkaar. Het is een bepaald slag mensen dat analytisch is ingesteld. De spelregels bij het dammen zijn toegankelijker, maar dat wil niet zeggen dat het spel makkelijker is.’’

Het is Tuijtel - in het dagelijks leven energie-adviseur bij Greenfocus - opgevallen dat in het dammen het aantal zonderlinge types hoger ligt dan bij andere sporten. ,,In bijna elk team lopen wel één of twee vreemde snuiters rond. Mannen waarvan ik me afvraag waar ze van leven en of ze ooit contact hebben met mensen buiten het dammen. Maar iedereen wordt bij ons gerespecteerd. Het geeft juist sjeu aan de sport, dat niet iedereen hetzelfde is.’’

Haarlems Dagblad