Kees Pippel, 15 november 2023, IJmuiden
Spiekbriefje / cheat sheet 5 tegen 2 dammen
Spartaanse versie
5 dammen tegen twee dammen zijn bestudeerd door Manoury (1770), van Kesteren, Lex den Doop (1977, 1989), Gerrit de Bruijn (2005).
Dit is zeer uitgebreid samengevat door Harry Zandvliet, 11 mei 2017, Damclub Den Haag.
Om te winnen heeft wit (de meerderheidspartij) nodig:
- een vangstelling op de trictrac, bijvoorbeeld 34,45.
- eén dam op de diagonaal 36/47. Deze dam is vrij passief. Nodig voor het controleren van het kwadrant 4. Nuttig voor een tempo
- twee dammen aansluitend aan de andere zijde van de vangstelling.
Met uitzondering van hoofdlijn heeft zwart geen vrij kwadrant. Als zwart een dam op de hoofdlijn heeft, dan kan de andere zwarte dam niet los staan door deze constructie. De winstvoering bestaat uit twee fases. In de tweede fase zijn de zwarte dammen beperkt tot de hoofdlijn en eventueel één diagonaal. Dit wint door de finesse van Manoury als de twee zwarte dammen op de hoofdlijn blijven. Of door het insluiten van de zwarte dam in het kwadrant.
In de eerste fase kunnen de zwarte dammen nog vrij bewegen. Dit is voor de partijspeler de lastigste fase. Wanneer je dat niet goed doet, dan ontvlucht de zwarte dam steeds naar een ander kwadrant.
Samenvatting
Sleutelstand (Barteling, 1901)
Wit bezet lange lijn en trictrac.
- 45-01 36-04 2. 28-41 04-36 3. 41-47 36-04 4. 47-36+. of
- 28-23 16-49 2. 23-41 36x47 3. 45-29 47x24 4. 15x33+.
Sleutelstand (Manoury, 1770)
Sleutelstand (de Bruijn)
Dit is een versterking ten opzichte van Manoury omdat 47/29 een nuttige vang is.
Uitspeelstand (clp)
Stand na … 39-34 32-5/46.
Zwart kan niet spelen in kwadrant K3, en beperkt in K2.
Eén dam op de hoofdlijn, 2e dam op de hoofdlijn of in kwadrant K16
Wit speelt: D35 > 13 > 4, 25 > 3.
1. 35-13 05-10 2. 13-04 10-37 3. 25-03 37-05 4. 36-47 (tempo) 5-37*
5. 04-31 37x26 6. 47-41 46x40 7. 45x12 26x08 8. 03x26.
(D5, D49)
1. 25-30 05-28 2. 36-27!49x21 gevolgd door 30-19, 35-19+ of
1. 25-30 49-16 2. 30-19 05x40 3. 45x07 16x02 4. 36-13 02x19 5. 35x03+ (de schaar) of
1. 25-30 05-46 2. 36-41 46x40 3. 45x07 49-32 4. 30-43 32x49 5. 07-15+ (ingevangen op 49).
(D5, D16)
1. 25-14+, de schaar.
(D46, D49)
1. 36-41 46x40 2. 45x07+ (invangen op 49).
(D28, D2)
1. 34-30+.
(D46, D2)
Zwart verhindert 25-30. Wit speelt een tempo.
1. 36-47 02-16 2. 25-30+ of
afwikkelen naar drie-om-één met 1. 36-41, 45x1+.
Eén dam op de hoofdlijn, tweede dam in kwadrant K15
(D5, D15)
Invangen op 15/47.
1. 35-13 15-10 2. 13-04 10-15* 3. 36-47+.
Zwart heeft geen dam op de hoofdlijn, en de trictrac
(D15, D49)
Invangen op 49.
1. 25-30 49-16 2. 30-02 16-49 (47-15 02-24, de schaar) 02-16+.
4 dammen en een schijf tegen 2 dammen
Schijf op 15, achter de hoofdlijn
Offer van van Kesteren + motief van (Manoury, 1770), positie 19, p. 73.
Dit is een einspel dat met gevoel en kennis van zaken gespeeld moet worden. En binnen 25 zetten.
1. 33-38 46-5 2. 38-29 5-46 3. 29-33 46-5 4. 20-9 36x4
5. 47-36 5-46 6. 33-39 46-5 7. 15-10+, daarom
1. 33-38 36-18, verder:
Het muurtje van Frans Hermelink
Wit plaats twee dammen op de doorsnede van trictrac en K4: 18, 22.
Dit creëert in ieder geval veel gemoedsrust. Zwart kan niet ontsnappen naar de trictrac of K4.
Verder plaats wit:
- een dam op 16. Dit om te voorkomen dat Dam2 van zwart via 2-7/11 naar de trictrac ontsnapt.
- een dam op 26 voor de beheersing van K3. Zwart kan proberen om met 5/46-37 de opbouw van wit te verstoren. Wit kan dit eenvoudig pareren.
Merk op:
- Als zwart in kwadrant 2 speelt, dan formeert wit dammen op: 16, 26, 27.
- Als zwart in kwadrant 3 speelt, dan formeert wit dammen op: 16, 26, 17.
- Hermelink: twee witte dammen op 48, 49
- de Bruijn: twee witte dammen op 16, 48. Het idee is om 48-26 uit te stellen. Dat maakt het opbouwen ingewikkelder. Daar staat tegenover dat het uitspelen eenvoudiger is. Wit hoeft geen rekening te houden met combineren met schijf 15.
(D46, D19), spelen met twee dammen op de hoofdlijn
1. ... 19-05 2. 18-1 05-19 3. 1-6 19-41 4. 16-27 41-5
5. 27-36 46-14 6. 36-47 (15-10+) 14-46 7. 26-48+ {Manoury}
(D46, D30), spelen op de hoofdlijn en in kwadrant 2 en 3
[FEN "B:W15,K16,K18,K22,K26:BK30,K46"] {conv. in 18 ply}
1. ... 30-48 2. 16-27 {Extra zet t.o.v. de Bruijn.} 48-30 3. 18-1 30-35 4. 27-16 35-30
5. 1-6 30-48 6. 16-27 48-25 7. 22-17! {Niet 27-36 25-48! en wit kan weer opnieuw beginnen.} 46-5 8. 27-38 25-14
9. 38-47 14-25 10. 26-48 25-14 11. 47-20 14x25 12. 15-10+
(D46, D30), spelen op de hoofdlijn en in kwadrant 2
[FEN "B:W15,K16,K18,K22,K26:BK30,K46"] {conv. in 18 ply}
{Zwart plaatst de dammen op 14 en 35. Maar de dreiging 14-20 blijkt loos te zijn.}
1. ... 30-48 2. 16-27 46-5 3. 18-1 48-30 4. 1-6 30-35
5. 27-16 5-14 6. 22-36! 14-46 (14-23 6-44+) 7. 36-27 35-2 8. 6-1 2-35
9. 1-45 46-5 10. 15-10 5x21 11. 26x8+
Kingsrow databases (WLD, MTC)
[FEN "W:W15,K20,K33,K47,K50:BK36,K46"] {conv. in 38 ply}
1. 33-38 36-18 2. 47-36 18-23 3. 38-49 23-34 4. 20-33 34-45
5. 36-22 46-5 6. 22-6 45-34 {sleutelstand} 7. 50-45 34-48 8. 33-17 5-46
9. 49-21 48-37 10. 45-18 37-19 11. 18-27 19-41 12. 21-26 41-5
13. 27-36 46-14 14. 15-10+
Bron: Gerrit de Bruijn, Kingsrow, Scan Dammen (IOS)
Terzijde: symmetrie van het dambord: spiegelingen om hoofdlijn en trictrac ---> Viergroep van Klein
- [FEN "B:WK03,K04,K34,K36,K45:BK5,K46"], P0 spiegelen via de hoofdlijn -->
- [FEN "B:WK01,K12,K15,K25,K47:BK5,K46"], P1 spiegelen via de trictrac -->
- [FEN "B:WK06,K15,K17,K47,K48:BK5,K46"], P2 spiegelen via de hoofdlijn -->
- [FEN "B:WK04,K26,K36,K39,K50:BK5,K46"], P3 spiegelen via de trictrac --> P0
Oefeningen (wit speelt en wint)
- [FEN "W:WK25,K34,K35,K36,K45:BK02,K05"], D3:1, schaar
- [FEN "W:WK25,K34,K35,K36,K45:BK16,K05"], D3:1, schaar direct
- [FEN "W:WK06,K15,K23,K25,K35:BK36,K49"], 2x schaar
- [FEN "W:WK15,K28,K45,K48,K49:BK02,K03"], 2x schaar direct
- [FEN "W:WK25,K34,K35,K36,K45:BK02,K46"], D3:1, trictrac
- [FEN "W:WK30,K34,K35,K36,K45:BK46,K49"], D3:1, D2:1 in K2
- [FEN "W:WK15,K25,K28,K45,K49:BK02,K26"], D3:1 in K2
- [FEN "W:WK15,K17,K26,K45,K49:BK25,K35"], D3:1 in K2
- [FEN "W:WK25,K34,K45,K49,K50:BK02,K15"], sleutelstand alt.
- [FEN "W:WK02,K23,K25,K36,K45:BK21,K47"], afname losse dam
- [FEN "W:WK04,K25,K35,K45,K41:BK21,K33"], afname losse dam
- [FEN "W:WK15,K25,K34,K35,K45:BK02,K28"], afname losse dam
- [FEN "W:WK02,K34,K35,K36,K45:BK32,K49"], reductie, 2 dammen op één diagonaal.
- [FEN "W:WK01,K15,K25,K35,K41:BK16,K36"], 5x winst, 47, 1-34, 49, 39, 25-30
- [FEN "W:WK04,K23,K35,K36,K39:BK16,K47"], offer + stille zet
- [FEN "W:WK23,K30,K35,K36,K45:BK16,K33"], offer, D4:2
- [FEN "W:WK30,K34,K35,K36,K45:BK28,K49"], keuze, afname
- [FEN "W:WK15,K23,K35,K48,K50:BK03,K27"], keuze, afname
- [FEN "W:WK10,K16,K25,K36,K45:BK33,K35"], keuze, afname
- [FEN "W:WK15,K26,K28,K35,K45:BK16,K25"], keuze, 1x1, 2x
- [FEN "B:WK04,K25,K34,K35,K45:BK02,K47"], zaz, keuze / jagen
- [FEN "W:WK06,015,K16,K22,K27:BK46,K47"], afname
- [FEN "W:WK06,015,K16,K22,K26:BK14,K35"], stille zet
- [FEN "W:WK23,K25,K28,K35,K45:BK4,K47"], 1. 23-34 4-15 2. 25-9 15-4 3. 9-36 4-15 4. 35-49+
Bronnen
Manoury, Essai sur le jeu de Dames à la Polonoise, p. 79,
A Paris : chez Knapen & Delaguette#au bas du Pont S. Michel, & au Palais#, 1770. on-line
L. Barteling, Traité theorique et pratique du jeu de dames, p. 58-60,
La tribune des jeux de combinaisons, Amiens, 1901.
Lex den Doop in: Barski & Malamed, Koers Sjasjetsjnich Okontsjanii, 1989, p. 421 on-line
Frans Hermelink in: Wereldkampioenschap dammen 1988 (T. Sijbrands et al.), Dammen, Voorst, 1990, p. 122-123
Hanco Elenbaas, De eindspelen van LEX DEN DOOP, World, Draughts Forum, on-line
Gerrit L. de Bruijn, 5 tegen 2, Arnold, Warnsveld, 2005, ISBN 90 72665 031.
Harry Zandvliet, 5 TEGEN 2 IS WINST, Damclub Den Haag, Techniek, 11 mei 2017. on-line