J.M. Apeldoorn- Een halve eeuw Damclub IJmuiden

Op deze pagina kunt u meer te weten komen over de oprichting van DCIJ, zoals beschreven is in "Een halve eeuw Damclub IJmuiden".

Inleiding

Een halve eeuw Damclub IJmuiden” behandelt de geschiedenis van DCIJ van 1925 tot 1975. Het beschrijft de aktiviteiten van dié leden die voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn geweest voor het wel en wee van de vereniging gedurende de vijf decennia. Ook is ruime aandacht geschonken aan persoonlijke prestaties van leden die speltechnisch en/of op organisatorisch gebied uitblonken.

Ik heb geprobeerd de rijke historie van DCIJ zo getrouw mogelijk weer te geven. Het vele werk van Barend Dukel heeft mij daarbij als leidraad gediend. Ruim veertig jaar heeft hij de damrubrieken in de IJmuider Courant en Het Damspel verzorgd. Bijna alle damtechnische opmerkingen en analyses in dit werk zijn dan ook van zijn hand. Soms heb ik ze aangevuld of veranderd. Natuurlijk heb ik mijn materiaal ook uit andere bronnen gehaald. Ze zijn dan bij de betreffende partijfragmenten vermeld. Mevrouw Dukel ben ik zeer erkentelijk dat ze mij in de gelegenheid heeft gesteld om de plakboeken te raadplegen waarin haar echtgenoot zijn rubrieken verzamelde. Zonder deze geestelijke erfenis zou het voor mij ondoenlijk zijn geweest de geschiedenis van de damclub op te halen. Tenslotte breng ik een ieder mijn dank uit die een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming. Vooral bedank ik Gert Moleman, Henk Laros en mijn vrouw Wil Apeldoorn voor het vele en nuttige correctiewerk.

IJmuiden, 1 mei 1976

J.M. Apeldoorn

De pionierstijd

Het ontstaan van IJmuiden is ten nauwste verbonden met de totstandkoming van het Noordzeekanaal. Toen het kanaal tot de doorgraving van “Holland op z’n smalst” in 1876 officieel werd geopend, vestigden de eerste bewoners zich aan de monding. In het begin was er van enig georganiseerd verenigingsleven in de nieuwe kustplaats niets te bespeuren. De pioniers hadden het te druk met andere, noodzakelijke, bezigheden.

De eerste damactiviteiten vonden pas plaats in de jaren rond de eeuwwisseling, toen IJmuidense damliefhebbers bij elkaar kwamen om als vrienden en kennissen een partijtje te spelen. Er was echter in die tijd nog geen animo voor een damclub. Tot het oprichten van damverenigingen kwam het pas in het begin van de twintiger jaren. Enige jaren voordat er van een georganiseerd damleven sprake was, werd er in IJmuiden gedamd in café “Eyndhoven” aan de Stationsweg. Tot de deelnemers behoorden, behalve de eigenaar, de heren Veuger, Visser, Engelhart, Koelemeij en Versteeg. Opmerkelijk daarbij was, dat sommige spelers toen al de kunst van het noteren verstonden. Vandaar dat wij in staat zijn uit deze periode een partij tussen twee van de latere oprichters van DCIJ te laten volgen.

P. Veuger (wit) – P. Versteeg (zwart). Gespeeld in 1923.

[Event "OC DCIJ"] [Site "Café Eyndhoven, Stationsweg IJmuiden"] [Date "1923"] [Round "?"] [White "P. Veuger"] [Black "P. Versteeg"] [Result "1-0"] 1. 34-30 19-23 2. 30-25 14-19 3. 25x14 9x20 4. 35-30 4-9 5. 30-25 19-24 6. 25x14 9x20 7. 33-29 24x33 8. 39x19 13x24 9. 40-34 8-13 10. 45-40 2-8 11. 40-35 17-22 12. 31-27 22x31 13. 36x27 11-17 14. 50-45 7-11 15. 44-40 1-7 16. 41-36 10-14 17. 38-33 17-21 18. 43-38 21-26 19. 49-43 24-29 20. 34x23 18x29 21. 33x24 20x29 22. 32-28 14-19 23. 38-32 3-9 24. 43-38 19-23 25. 28x19 13x24 26. 32-28 15-20 27. 38-33 29x38 28. 42x33 11-17 29. 27-22 7-11 30. 47-42 5-10 31. 33-29 24x33 32. 28x39 17x28 33. 39-33 28x39 34. 40-34 19x30 35. 35x2 1-0

Tot nu toe een partij die duidelijk aantoont hoe weinig de spelers begrepen van de strategie. Beiden gaan voortdurend “in de fout” en het spelpeil is zeker niet hoger dan dat van beginners. In de diagramstand besliste Veuger de partij na het zwakke 30. 04-10 Door:

31. 33-29 24x33 32. 28x39 17x28 33. 39-33 28x39 34. 40-34 19x30 35. 35x2

En na nog wat volkomen overbodige zetten won wit deze voor de IJmuidense damhistorie unieke partij.

Er werden ook simultaanseances georganiseerd. Een werd er gegeven door de Haarlemse meester J.W. van Dartelen, die het moest opnemen tegen 27 tegenstanders. Verder werd er gedamd bij de schaakclub Kijk-Uit, maar het schaken voerde daar toch de boventoon. De eerste damvereniging in IJmuiden was Excelsior met als voorzitter Andries Post en als bekendste leden Frans Basstra en Henk de Boer, die later nog bekendheid genoeg zou krijgen in het IJmuidense damwereldje.

De eerste jaren

In het midden van de twintiger jaren werd er door een aantal mensen regelmatig in het “Koning Willemshuis” gedamd. De toenmalige beheerder van dit gebouw, Leo Tismeer, stelde een zaaltje beschikbaar waar men rustig zijn partijtje kon spelen.

De behoefte zich te verenigen leidde ertoe een vergadering te beleggen. 15 Februari 1925 besloot men om onder de naam Damclub IJmuiden (DCIJ) zich op te geven bij de Nederlandse Dambond. Tot voorzitter werd de heer G. van Zanten gekozen. De volgende bestuursleden stonden hem bij: Piet Visser als secretaris, Jo Kramer als penningmeester en Dirk Ott en Arie Schager die werden belastmet de resterende opdrachten.

http://damclubijmuiden.nl/images/he1.jpg

Het Koning Willemshuis was voor de Tweede Wereldoorlog het middelpunt van het culturele leven in IJmuiden. Het gebouw is in 1943 gesloopt op last van de Duitse bezetters.

Jo Kramer ontpopte zich al spoedig als de sterkste speler van de jonge club, die verderr in Booy, Van der Kuil, Koetsier, Smit en Ott enthousiaste en strijdlustige spelers had. Aan de juiste instelling ontbrak het niet, maar financieel had de jonge club het bijzonder moeilijk.

In 1927 kwam aan de geldzorgen een eind door het besluit om met de plaatselijke zustervereniging Excelsior te fuseren. Hierdoor kwam er niet alleen een einde aan de financiële zorgen, maar werd de vereniging, ook door de komst van Henk de Boer en Frans Basstra, geducht versterkt. De nieuwe combinatie ging verder onder de naam DCIJ. In datzelfde jaar meldde Kerst de Jong – voor vele IJmuidenaren beter bekend als Brillé – zich als lid van DCIJ. Deze energieke kerel bekleedde al spoedig een bestuursfunctie. Aan hem heeft DCIJ veel te danken. Hij deinsde voor niets terug als het om het populariseren van het damspel ging.

Hoewel De Jong een geboren en getogen Amsterdammer was, die filiaalhouder was van een opticienzaak aan de Kanaalstraat, voelde hij zich al gauw meer IJmuidenaar dan de IJmuidenaren zelf. Hij werd o.a. bestuurslid van de voetbalvereniging Stormvogels en van de IJmuidense Middenstand. Zijn grootste liefde ging evenwel uit naar DCIJ. De Jong gaf DCIJ nieuwe impulsen. De vereniging organiseerde nu, naast de clubcompetitie, wedstrijden om het "kampioenschap van Groot-IJmuiden". Verder werden er simultaanwedstrijden gehouden, waarvoor sterke meesters als A.K.W. Damme, J.W. van Dartelen en W. van Dartelen een uitnodiging ontvingen.

Tijdens een van die simultaanwedstrijden, gegeven door de Haarlemse meester Van Daalen, kwam een jongeman, die toevallig schuilde in een portiek van 't Koning Willemshuis, in aanraking met het damspel. Barend Dukel, zo heette de jongen, een flinke knaap van net 16 jaar, was op slag gewonnen voor het spel met z'n ruiten en schijven.

Niemand kon toen vermoeden van welk een enorme betekenis zijn lidmaatschap voor DCIJ en het damleven in IJmuiden zou worden. Hij had zoals spoedig zou blijken een bijzondere aanleg voor het damspel en samen met zijn vriend en collega Henk de Boer was hij in 1928 al veruit de sterkste speler van DCIJ. Hieronder volgt een partij die de beslissing moest brengen wie zich in dat jaar clubkampioen mocht noemen.

http://damclubijmuiden.nl/images/he2.jpg

Henk de Boer (rechts op de foto), dat jaar kampioen van Groot-IJmuiden, had wit; Barend Dukel zwart.

[Event "Clubkampioenschap DCIJ"] [Site "IJmuiuden"] [Date "1928"] [Round ""] [White "Henk de Boer"] [Black "Baris Dukel"] [Result "0-2"] 1. 34-29 19-23 2. 40-34 14-19 3. 45-40 10-14 4. 50-45 5-10 5. 31-26 17-22 6. 37-31 11-17 7. 41-37 19-24 8. 46-41 14-19 9. 32-28 23x32 10. 37x28 18-23 11. 29x27 17-21 12. 26x17 12x23 13. 41-37 10-14 14. 38-32 13-18 15. 32-27 9-13 16. 43-38 4-9 17. 49-43 8-12 18. 33-29 24x33 19. 38x29 6-11 20. 31-26 11-17 21. 37-31 7-11 22. 43-38 2-8 23. 48-43 1-6 24. 27-22 17x28 25. 26-21 16x27 26. 31x33 19-24 27. 47-41 11-16 28. 41-37 14-19 29. 37-32 12-17 30. 36-31 17-22 31. 31-27 22x31 32. 32-28 23x32 33. 38x36 19-23 34. 42-37 8-12 35. 35-30 24x35 36. 37-31 16-21 37. 43-38 20-25 0-1

Commentaar:

3. (10-14)
De variant (20-25), 15-20), (20-24) geeft zwart goed spel.
5. 31-26
Ook 32-28 kwam hier in aanmerking voor het combinatiespel.
6. 37-31,
De moderne speler had hier zeer zeker 32-28 en later 34-30 voortgezet.
10. (18-23)?
Hier is (20-25) en (25x14) absoluut beter voor zwart.
16. 43-38
Dreigt 27-21 en 33-29
17. 49-43
Hier was 37-32 en 33-28 sterker. Thans heeft wit een paar zwakke plekken in z'n stelling.
18. 33-29?
Ook deze zet is zwak en er moest hier met 34-30 voortgezet worden. Doordat wit een aantal zeer zwakke zetten heeft laten volgen, ontkomt deze door goed spel van zwart niet meer aan nadeel.
23. (1-6)
Wit is zo in 't nadeel gekomen, dat deze niet meer aan verliest ontkomt.
24. 27-22
Wit koos deze variant doch verliest ook één schijf.
27. 47-41
Het enige goede; op 42-37 volgt (23-28) en ook op 36-31 en op 38-32 volgt (23-28) en (20-25). Wit kan met één stuk spelen.
31. 31-27
Wit dacht zich door deze uitruil te redden doch faalt door het goede antwoord van zwart.
33. (19-23)
Doordat zwart de velden 23 en 24 bezet, knijpt hij wit in de damdood.
34. 42-37
Weer de enige.
35. 35-30
Thans offert wit het stuk. Hij had echter nog 37-31 kunnen spelen, waarna zwart (16-21) speelt en wit geen zet meer kan doen.
37. (20-25)
Hier gaf wit op. Een korte, fraaie partij.

Om hun speelkracht te meten met sterkere spelers, besloten Dukel en De Boer datzelfde jaar nog lid te worden van HDC. Deze vereniging was met spelers als J.W. van Dartelen, Aebe de Jong - de vader van de latere kampioen van Nederland Wim de Jong -, J.B. Sluiter jr., P.G. van Engelen, J. van Looy e.a., de sterkste van Nederland. Natuurlijk betekende dit een geducht verlies voor de nog jonge vereniging. Ondanks deze aderlating groeide DCIJ. Het was aan een man als Kerst de Jong wel toevertrouwd de naam DCIJ, hoe onbetekenend ook, uit te dragen. Met spelers als Kerst de Jong, Piet van der Kuil en Luc Koetsier speelde de club een vooraanstaande rol in de derde klasse.

Nu volgen twee partijfragmenten. Ze laten zien dat er nog meer talent in de Damclub IJmuiden huisde.

1) P. Booy- P. v.d. Kuil

2) H. Engelhart- L. Koetsier

[Event "?"] [Site "IJmuiden"] [Date "1930"] [Round "?"] [White "P. Booy"] [Black "P. v.d. Kuil"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "W:W25,27,28,32,33,35,36,37,38,40,41,45:B3,4,8,9,12,13,14,15,16,19,23,24,26."] 1. 27-22 24-29 2. 33x24 19x30 3. 28x10 30-34 4. 40x29 9-14 5. 10x19 13x31 6. 36x27 15-20 7. 25x14 3-9 8. 14x3 12-17 9. 3x21 26x46 0-1
[Event "?"] [Site "IJmuiden"] [Date "1935"] [Round "?"] [White "H. Engelhart"] [Black "L. Koetsier"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "W:W27,28,30,31,32,33,34,35,36,38,43,48:B3,6,8,9,11,13,15,16,19,23,24,25."] 1. 34-29 23x34 2. 30x39 24-29 3. 33x24 19x30 4. 35x24 16-21 5. 27x7 8-12 6. 7x18 13x44 7. 43-39 44x42 8. 48x37 9-14 9. 32-28 14-20 0-1

Commentaar partij 2: Wit aan zet speelde 34-29 en zwarts antwoord wijst erop, dat deze toen had berekend dat de eindstand van vijf om vijf gewonnen was. Na 9. 32-28 was het eindspel door 9. (14-20) voor zwart gewonnen.

Het jaar 1930 naderde en men wilde het eerste lustrum niet zondermeer voorbij laten gaan. Het werd voor die tijd wel iets speciaals. Niemand minder dan de toenmalige wereldkampioen B. Springer jr. werd uitgenodigd om een simultaanseance te geven. Een wereldkampioen zal zelden zo'n enthousiast ontvangst hebben gekregen als Springer in IJmuiden. Naast de simultaanseance zou hij tegen Henk de Boer een blindpartij spelen. Henk kon niet geloven dat het mogelijk was dat iemand zonder bord en schijven te zien kon dammen.

Hier volgt de partij tussen B. Springer jr. en Henk de Boer. Laatstgenoemde speelde met wit.

[Event "Blindsimultaan"] [Site "IJmuiden"] [Date "1930"] [Round ""] [White "Henk de Boer"] [Black "B Springer jr."] [Result "0-1"] 1. 32-28 18-23 2. 33-29 23x32 3. 37x28 20-24 4. 29x20 15x24 5. 34-30 12-18 6. 41-37 17-21 7. 37-32 7-12 8. 46-41 21-26 9. 41-37 18-23 10. 39-33 12-18 11. 44-39 1-7 12. 50-44 7-12 13. 30-25 10-15 14. 40-34 14-20 15. 25x14 9x20 16. 34-29 23x34 17. 39x30 20-25 18. 44-39 25x34 19. 39x30 18-23 20. 30-25 5-10 21. 31-27 10-14 22. 49-44 12-18 23. 44-40 4-9 24. 40-34 14-20 25. 25x14 9x20 26. 43-39 8-12 27. 34-30 20-25 28. 39-34 15-20 29. 37-31 26x37 30. 42x31 2-8 31. 31-26 11-17 32. 36-31 3-9 33. 47-41 9-14 34. 41-36 23-29 35. 34x23 25x34 36. 48-43 18x29 37. 27-21 16x27 38. 31x11 6x17 39. 32-27 12-18 40. 27-21 8-12 41. 21-16 18-23 0-1

Het diagram rechts is de stand na de 22ste zet van zwart. Henk de Boer miste nu de winst, zoals in het diagram aangegeven wordt (23. 27-22! een Coup Springer!). Na de partij moest Henk wel tot de conclusie komen dat Springer kon blindspelen, want er restte hem in deze stand niets anders dan op te geven.

http://damclubijmuiden.nl/images/he3.jpg

Foto: Aankomst van de heer en mevrouw Springer. In het midden met de hoed op Springer. Naast hem zijn vrouw en daarnaast Henk de Boer. Rechts van Springer: J.W. van Dartelen (nauwelijks zichtbaar), G. van Zanten, K. de Jong, B. Dukel. Geheel rechts F. Basstra. Tussen B. Dukel en F. Basstra met de hoed in de hand F. Wildeboer, hoofdredacteur van Het Dagblad van IJmuiden.

Er was ook een persoonlijk succes voor Luc Koetsier weggelegd. In het middenspel was zwart reeds een stuk voorgekomen. Het eindspel dat Koetsiers hobby was, won hij nu als volgt:

B. Springer jr. - L. Koetsier

[Event "Blindsimultaan"] [Site "IJmuiden"] [Date "1930"] [Round "?"] [White "B Springer jr."] [Black "L. Koetsier"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "W:W27,32,38,41,44:B12,16,18,21,23,24."] 1. 38-33 24-29 2. 33x24 23-28 3. 32x23 18x20 4. 27-22 12-17 5. 22x11 16x7 6. 44-39 20-24 7. 39-33 7-12 8. 33-28 12-18 9. 41-37 21-26 10. 37-32 26-31 0-1

en Springer capituleerde.

Ook Kerst de Jong versloeg de wereldkampioen. Reken maar dat de toenmalige secretaris zich trots voelde. Direct na de wedstrijd ontving hij een enorme penning. Toen hij echter ontdekte dat zijn prestatie reeds in het metaal gegrift stond, begreep hij dat de wereldkampioen in een "complot" zat en hem met opzet had laten winnen.

Dat jaar nog kreeg het dammen in IJmuiden een enorme stimulans. Barend Dukel en Henk de Boer mochten in de IJmuider Courant de damrubriek verzorgen. In hun rubriek probeerden zijn de IJmuidenaar door middel van vraagstukjes, problemen en oploswedstrijden te interesseren voor het damspel. De resultaten bleven niet uit: tallozen wierpen zich op de vraagstukken van de IJmuider Courant. Vele huisdammers werden lid van DCIJ. Henk de Boer staakte na korte tijd zijn medewerking aan de rubriek. Hij kreeg het erg druk in de vakbeweging en de politiek. Door zijn werkzaamheden is Henk de Boer nooit die speler geworden die velen in hem zagen gezien zijn onmiskenbare talenten, al bleef hij - ondanks dat - een sterke speler.

In 1931 organiseerde DCIJ weer het kampioenschap van Groot-IJmuiden. Hiervoor werden ook Barend Dukel en Henk de Boer van HDC uitgenodigd. De laatste moest spoedig afhaken vanwege zijn drukke werkzaamheden. B. Dukel, die dat jaar na een tweekamp tegen J.W. van Dartelen kampioen van HDC was geworden, moest het nu opnemen tegen de zes sterkste DCIJ'ers. Hij werd met overmacht kampioen voor Kerst de Jong (2de), Jo kramer, Jaap Smit, Piet van der Kuil, Dirk Ott en Luc Koetsier.

Er bestond grote belangstelling voor het toernooi en de plaatselijke pers wijdde er veel aandacht aan. Hierna werden Dukel en De Boer weer lid van DCIJ. Het spreekt vanzelf, dat dit een enorme versterking betekende.

Naar aanleiding van Dukels krantenrubriek heerste er een ware oplosrage van damproblemen in IJmuiden. Vele jonge spelers van DCIJ onderscheidden zich hierin. Coen Bais, Puk Ligthart, Piet Leyte, Freek Dukel, Piet van der Velde, Henk van Nieuwenhuizen en Jaap van Straten waren verbeten oplossers. Sommigen losten niet alleen problemen op, maar componeerden ze ook. Piet Leyte en Coen Bais wonnen respectievelijk de eerste en tweede prijs in een problemistenwedstrijd, die door de IJmuider Courant was uitgeschreven.

P. Leyte

[Event "Compositiewedstrijd"] [Site "IJmuidercourant"] [Date "1931"] [Round "?"] [White "P. Leyte"] [Black "?"] [Result "2-0"] [FEN "W:W23,28,31,33,34,38,39,42,44,47,48,50:B7,8,10,13,14,15,17,19,22,27,36,41."] 1. 42-37 41x43 2. 47-41 36x47 3. 23-18 47x49 4. 18x20 22x44 5. 31x24 1-0
[Event "Bijoplossing"] [Site "IJmuidercourant"] [Date "1931"] [Round "?"] [White "P. Leyte"] [Black "?"] [Result "2-0"] [FEN "W:W23,28,31,33,34,38,39,42,44,47,48,50:B7,8,10,13,14,15,17,19,22,27,36,41."] 1. 33-29 22x24 2. 31x2 19x28 3. 38-32 28x37 4. 42x31 36x27 5. 47x36 1-0

Wit wint op een motief waarmee men in deze wedstrijd een probleem moest maken. Dat elk begin moeilijk is en dat dit vraagstuk niet vlekkeloos in elkaar zit komt wellicht doordat dit het eerste probleem was, dat een IJmuidenaar construeerde. Het is bij-oplosbaar (diagram rechts).

De merkwaardige oplossing van Bais' probleem is:

P.C. Bais

[Event "Compositiewedstrijd"] [Site "IJmuiden"] [Date "1930"] [Round ""] [White "PC Bais"] [Black ""] [Result "2-0"] [FEN "W:W12,18,25,29,30,31,34,42,48:B9,10,11,14,15,19,21,26,37."] 1. 29-23 19x28 2. 25-20 15x35 3. 34-30 35x24 4. 48-43 37x39 5. 12-8 26x37 6. 18-13 9x18 7. 8-3 1-0

Zwart aan zet kan kiezen uit 17 voortzettingen. We gaan niet alle mogelijkheden voor u na. Op bijvoorbeeld (14-19) volgt 3x44 via de velden 26, 42, 15, 4, 22 en na (11-16) stuk 19 opspelen naar 28, waarna wit op veld 49 wint. Dit probleem toont aan dat op de juiste wijze slaan in het damspel niet altijd eenvoudig is!

-> deel 2

Terug