Spelerswaarde in de Onderlinge Competitie: "Systeem IJmuiden"

(2017-09-11) Door: Kees Pippel

Terugblik

In de onderlinge competitie zijn er grote verschillen qua speelsterkte, vanaf beginnende jeugdspelers tot sterke hoofdklassers. Bovendien is er ook een groot verschil in opkomst, van 35 partijen tot een enkele partij. In ieder geval is het onmogelijk om een volledig toernooi te spelen, waarbij alle spelers elkaar ontmoeten. En het opdelen van de competitie in kleine groepen, met promotie en degradatie wedstrijden is onpraktisch gebleken, vanwege de onvoorspelbare opkomst. Daarom bestaat de onderlinge van DCIJ uit één groep. Afhankelijk van de speelsterkte wordt de uitkomst van een partij verschillend beloond. Wie tegen zwakkere spelers speelt, zal enerzijds meer scoren, maar anderzijds minder worden beloond. Zodat een eerlijke competitie ontstaat, ondanks de omstandigheid dat niet iedereen even sterke tegenstanders ontmoet.

In een ver verleden (2003) speelden we met de volgende indeling van de spelerswaardes 2001/2002, aangereikt door Cees van der Steen:

CategorieRating + = -
A>110018751125375
B>105018251075325
C>100017751025275
D>9501725975225
E>9001675925175
F>8501625875125
G>0157582575

Wanneer in de onderlinge competitie een seniorspeler (rating 1200) remise speelt tegen een jeugdspeler (rating 700), dan verdient de senior slechts 825 punten, terwijl de jeugdspeler beloond wordt met 1125 punten. Een remise tegen een speler met hogere rating wordt beter beloond dan een remise tegen een speler met een lagere rating.

Deze indeling van spelerswaardes is in seizoen 2008/2009 door mij vereenvoudigd tot drie categorieën:

CategorieRating + = -
A>105020001000300
B>9001800900270
C>01200600200

Jarenlang heeft dit naar volle tevredenheid gewerkt. Dat veranderde in 2008 toen de jeugdspelers doorstroomden van de jeugd naar de onderlinge competitie. Om de competitie aantrekkelijk te houden voor de oudere leden, werd de mini-simultaan toegepast: op één clubavond spelen twee of drie jeugdspelers tegen één ervaren speler. Dat was in eerste instantie geweldig scoren: drie overwinningen leverden liefst 3600 punten op, bijna evenveel als een overwinning op de clubkampioen.

In seizoen 2009/2010 is dit in twee richtingen aangepast: de topwaarde staat nu op 1600, en de laagste waarde op 200. Drie overwinningen op een jeugdspeler zijn 1200 punten waard, ongeveer gelijk aan een remise tegen het groepsgemiddelde.

Bovenstaande keuzes lijken nogal willekeurig. De vraag is: wat is een eerlijke spelerswaarde?

Systeem "IJmuiden"

Nu we beschikken over redelijk betrouwbare FMJD/KNDB ratings, kunnen we de spelersrating gebruiken als grondslag voor het bepalen van de spelerswaarde. Het basisidee is het volgende: we laten alle deelnemers virtueel een volledig toernooi spelen tegen alle spelers die een betrouwbare rating hebben (d.w.z. aantal ratingpartijen > 0), en bepalen van iedere speler het op basis van de startrating verwachte scoringspercentage. Voor een speler met rating 1300, is dit in onze competitie ongeveer 80%. Voor een jeugdspeler met een rating van 600 is dit ongeveer 10%. Het verwachte scoringspercentage van de "gemiddelde" speler is 50%. Om aan te sluiten bij de damtelling - remise = 1 punt - vermenigvuldigen we het verwachte scoringspercentage met 2 en ronden dat af op twee decimalen. Winnen wordt beloond met twee maal de spelerswaarde. Verlies wordt beloond met 10% van de spelerswaarde. De beloning van remise is de spelerswaarde. Als alle spelers even sterk zijn, dan valt dit systeem samen met de traditionele damtelling.

Een praktisch nadeel is dat als een nieuwe speler aan de competitie wordt toegevoegd, de spelerswaarde kan veranderen, en dus ook de ranglijst. Dit kan voorkomen worden door de nieuwe speler een "onbetrouwbare" rating te geven.

Een alternatief is dat we een "modale" rating als referentie kiezen, en voor alle spelers de verwachting bepalen ten opzichte van deze referentierating. Als referentie kunnen we kiezen:

De spelerswaarde kan heel goed bepaald worden door de volgende benadering:

Spelerswaarde = ( (Eigen rating -/- Referentie rating) / 1000 + 0,5) * 2 (afgerond op één decimaal)

Ten opzichte van de klassieke uitvoering van het keizersysteem zijn er de volgende voordelen:

Terug