J.M. Apeldoorn- Een halve eeuw Damclub IJmuiden (deel 2)

Op deze pagina kunt u meer te weten komen over de oprichting van DCIJ, zoals beschreven is in "Een halve eeuw Damclub IJmuiden".

Barend Dukel behaalt de meestertitel

Nadat Barend Dukel bij DCIJ was teruggekomen, ontwikkelde hij nog meer damactiviteiten. Hij gaf talloze simultaanseances in de provincie en speelde vele blindpartijen. Hij hield zelfs lezingen over het spel waarvan hij zo bezeten was. Nadat hij in 1931 achtereenvolgens kampioen van HDC, Groot-IJmuiden en Noord-Holland was geworden, schreef hij zich in voor de strijd om de meestertitel. De wedstrijd om de meestertitel was op één na het belangrijkste toernooi dat jaarlijks door de NDB werd georganiseerd.

De winnaar had het recht de titel “meesterdammer” te voeren. Eveneens kon elke meester inschrijven voor het toernooi om het persoonlijk kampioenschap van Nederland. Via voorronden plaatste Barend zich in de finale. Met groot machtsvertoon wist hij de meestertitel te behalen. Daarmee was Barend Dukel op 21-jarige leeftijd de eerste IJmuidenaar die de titel “meesterdammer” mocht dragen. De beslissing viel op 3 maart 1932 in Amsterdam tegen Piet Beers.

Piet Beers- Barend Dukel 0-2

[Event "Meester toernooi"] [Site "IJmuiden"] [Date "1931"] [Round "?"] [White "Piet Beers"] [Black "Baris Dukel"] [Result "0-2"] 1. 34-29 19-23 2. 39-34 14-19 3. 44-39 20-25 4. 50-44 15-20 5. 32-28 23x32 6. 37x28 20-24 7. 29x20 25x14 8. 41-37 17-21 9. 37-32 21-26 10. 34-29 26x37 11. 42x31 11-17 12. 46-41 17-21 13. 31-26 12-17 14. 41-37 17-22 15. 26x17 22x11 16. 40-34 19-23 17. 28x19 14x23 18. 44-40 7-12 19. 35-30 1-7 20. 40-35 11-17 21. 30-25 17-22 22. 45-40 10-14 23. 35-30 16-21 24. 40-35 21-26 25. 30-24 14-19 26. 49-44 19x30 27. 35x24 6-11 28. 47-41 11-16 29. 32-28 23x32 30. 37x17 12x21 31. 41-37 18-22 32. 38-32 21-27 33. 32x21 16x27 34. 43-38 5-10 35. 38-32 27x38 36. 33x42 13-18 37. 42-38 10-14 38. 38-32 7-12 39. 32-28 22x33 40. 39x28 18-22 41. 28x17 12x21 42. 44-39 21-27 43. 39-33 8-13 44. 48-43 14-19 45. 43-39 19x30 46. 25-20 13-18 47. 34x25 27-31 48. 36x27 18-23 49. 29x18 9-14 50. 20x9 4x42 0-1

Barend Dukel

Opmerkingen partij:

15. (22x11)
Tot nog toe is alles volgens de toenmalige theorie verlopen. Door de bezetting van veld 29 heeft wit een wat meer "uitgesproken" stelling dan zwart.
18. 44-40?
47-42 en daarna 33-28 is sterker. De door wit beoogde flankaanval is door het ontbreken van de zwarte stukken op 15 en 25 bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Erger nog, zwart neemt vanaf dit moment resoluut het heft in handen.
25. (14-19)
Zwart kan geen (6-11) spelen wegens 34-30, 33-29 en 24-19
31. 41-37
Er dreigde (13-19) en (21-27)
34. 43-38
Wit poogt hiermee de aanval van zwart in te dammen. Overweging verdiende 33-28, waardoor wits stelling een aanvallender aanzien verkrijgt.
37. 42-38
Niet 39-33 wegens (22-28).
38. (0712)
(14-19) (x19) gaat niet vanwege 29-24 en 39-33
40. 39x28?
Veel sterker is 29x38 en vervolgens 34-29 enz., waarna de stellingen vrijwel in evenwicht zijn.
44. 48-43?
De beslissende fout
46. 25-20?
En zwart won

Nommer Een

De foto dateert uit 1932 en is gemaakt in een achterzaal van Hotel Nommer Een, waar de DCIJ-ers destijds speelden. Zittend van links naar rechts: B. Dukel, J. Smit, K. de Jong, G. van Zanten, J. Kremer, J. de Weert. Tweede rij: C. Kaan, H. Schaap, H. de Boer, A. Kraay, L. Koetsier, H. van Nieuwenhuyzen, P.C. Bais, F. Basstra, P. Schaap, H. Verseveld en R. Tol. Achterste rij: A. Schager, P. v.d. Velde, A. Kochx, Chr. Strijker, H. Diederiks en D. Ott.

Promotie

In 1931 vond er in de NDB een reorganisatie plaats. Ofschoon DCIJ, dat tot op dat moment in de derde klasse uitkwam, er nimmer in geslaagd was te promoveren, besloot het bestuur in te schrijven voor de eerste klasse. Maar liefst twee klassen hoger! En zoals zo vaak gezegd wordt dat de brutalen de halve wereld hebben werd DCIJ toegelaten.

Het bestuur was van mening, wilde men niet in datzelfde jaar al degraderen, dat er wat moest worden ondernomen. Het stelde Barend Dukel aan als technisch adviseur en belastte hem met de centrale training. Naast de clubavond kwam er nu ook een damles- en trainingsavond. Resultaten bleven niet uit. DCIJ wist zich niet alleen te handhaven in de eerste klasse, maar werd al spoedig een belangrijke kandidaat voor het kampioenschap. Jonge spelers als Puk Ligthart, Piet Leyte, Frans Basstra, Coen Bais, Jaap Smit en Henk Diederiks werden geduchte tegenstanders.

Dukel leerde de spelers het in die tijd meest geliefde flankspel, omdat hij ervan overtuigd was dat juist die speelwijze het gemakkelijkst te leren was en in de praktijk de minste risico's inhield. Maar later kwamen alle spelvormen aan de orde. Dukel zelf speelde in die tijd in talloze toernooien. In een toernooi van Joseph Blankenaar behaalde hij een schitterende winst in de volgende stand:

H.C. Willems- B. Dukel 0-2

[Event "Toernooi Joseph Blankenaar"] [Site "?"] [Date "1931"] [Round "?"] [White "H.C. Willems"] [Black "B. Dukel"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "W:W15,29,30,33,34,36,37,38,39,46:B3,4,9,13,14,16,18,21,22,26."] 1. 38-32 21-27 2. 32x21 16x27 3. 37-32 27x38 4. 33x42 14-20 5. 15x24 13-19 6. 24x13 22-27 7. 13x31 26x48 8. 46-41 48-26 9. 30-25 9-14 10. 39-33 26-8 11. 29-23 8-30 12. 34-29 30-35 13. 36-31 14-19 14. 23x14 35-44 15. 14-10 44x47 16. 10-5 47x20 17. 25x14 4-10 0-1

In deze stelling heeft zwart voordeel door een gunstig opgestelde vleugel tegenover de enigszins verwrongen stand van wit.

Commentaar:

02. (21-27)
De sterkste en juiste voortzetting en inleiding tot de damzet.
07. (26x48)
Op keurige wijze heeft zwart zijn tegenstander in een damzet gedreven. Beter was geweest om bij de derde zet schijf 15 te offeren
08. (48-26)
Zwart moet natuurlijk schijven gaan winnen.
10. (26-8)
Er dreigde 41-37 met dam afnemen.
13. 36-31
Om nog een remisekans te behouden wanneer zwart (35-44) zou spelen. Wit antwoordt dan 23-18, 18-12, 12-7.
13. (14-19)
Dit is de inleiding tot de winst volgens het "Blonde motief".
15. 14-10??
Prachtig loopt wit in de val. 31-26, 26-21 en 21-16 is remise. Zwart speelde dit echter omdat de partij anders toch remise loopt. Thans is de tekstzet verloren.
16. 10-5
Denkt aan remise, maar wordt alsnog verrast.

In de onderlinge competitie ondervond Dukel, mede door zijn nuttige lessen, steeds meer tegenstand van zijn clubgenoten. In Piet Leyte had hij een leergierige en talentvolle leerling, die hem- zoals onderstaand partijfragment toont- een koekje van zijn eigen deeg gaf.

Barend Dukel- Piet Leyte 0-2

[Event "Onderlinge competitie DCIJ"] [Site "?"] [Date "1935"] [Round "?"] [White "Barend Dukel"] [Black "Piet Leyte"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "B:W6,25,28,34,35,36,37,43,45,48,50:B1,3,7,8,9,14,15,19,21,24,26."] 1. ... 21-27 2. 43-38 8-13 3. 34-30 7-11 4. 6x17 27-31 5. 36x27 14-20 6. 25x23 26-31 7. 30x8 3x41 0-1

Commentaar:

1. (21-27)
Dreigt met stukwinst (27-32). OP 34-30 volgt (27-31), (7-11), (14-20),(15-20), (8-13) en (3x41)
2. (8-13)
Wit ontkomt niet meer aan verlies

Met deze fraaie winst van zwart moet Dukel wel gemerkt hebben dat hij met zijn trainingen op de goede weg was.

Propaganda en groei

Na zijn succes in de meesterwedstrijd maakte Barend Dukel in 1932 zijn debuut in de strijd om het persoonlijk kampioenschap van Nederland. Het flankspel was in de dertiger jaren een ware rage onder de meesters en grootmeesters en het was juist dit systeem wat de nog jonge Barend tot in de finesses beheerste. Met een score van 50% kon hij terugzien op een geslaagd debuut.

Het grote nadeel van dit systeem was echter, dat je er zeer moeilijk mee tot winst kon komen. De nationale topspelers hadden het flankspel uit tentreuren geanalyseerd met het logische gevolg, dat slechts weinig partijen beslist werden. Van de agressieve stijl die het spel van Dukel later zo zou kenmerken en waaraan hij zijn bijnaam "de houwdegen van het dambord" zou danken, was in dat eerste jaar nog niet veel te bespeuren.

De plaatselijke pers wijdde veel aandacht aan de verrichtingen van hun nog jonge plaatsgenoot. DCIJ profiteerde van de enorme propaganda die hiervan uitging en talloze nieuwe leden konden worden ingeschreven.

Door de groei van de vereniging was men er enige jaren daarvoor al toe overgegaan om een grotere zaal te zoeken. Deze werd toen gevonden in hotel Nommer Een, waar men tot 1932 een onderdak vond.

Maar de nieuwe impulsen die de vereniging kreeg door de successen van Barend Dukel en de niet aflatende ijver van het bestuur om leden te werven noodzaakte DCIJ opnieuw uit te zien naar een ruimere zaal. Deze werd gevonden in hotel Kennemerhof, waar Willem Koster de dammers een prachtige zaal voor een redelijke prijs te huur aanbood.

De damactiviteiten beperkten zich niet alleen tot het bezoeken van de club, ook op een aantal bedrijven en scholen werd in de pauze gedamd. De partijen die "meester" Dukel behandelde in zijn rubriek werden nagespeeld en velen begonnen de vragen op te lossen die hij naar aanleiding van zijn partijen stelde. In IJmuiden kwam het zelfs tot een tweede vereniging, de R.K. Damvereniging Gezellig Samenzijn, die in voorzitter P. van Buuren en verder in P. Heilig en W. Gomes zijn bekendste leden had.

Op school H aan de Wijk aan Zeeërweg organiseerde schoolmeester Hilgers na schooltijd damcompetities voor zijn leerlingen. Een van die leerlingen was Cees Suyk en hij onderscheidde zich al spoedig van zijn medeleerlingen door zijn grote aanleg. In 1932 meldde hij zich als 12-jarige aan bij DCIJ, waar hij in de vierde klasse werd ingedeeld. Door zijn aanleg en mede door de damlessen van Dukel, bleek hij in datzelfde jaar al te sterk vor deze klasse. Hij werd mede op verzoek van Dukel toegelaten tot de hoofdgroep, waarin hij vriend en vijand verbaasde door zijn frisse en originele stijl.

In de strijd om het kampioenschap van Groot-IJmuiden 1933 werd hij na enige opzienbarende overwinningen eerste voor o.a. Dukel, Ligthart en De Boer. Naar aanleiding van deze successen werd hij uitgenodigd om in Amsterdam een simultaanseance aan dertig borden te geven. Het werd een enorm succes voor het IJmuidense wonderkind: 15 winstpartijen, 7 remises en slechts 8 nederlagen.

Om een indruk te krijgen van de speelkracht van het jongste DCIJ-lid, volgt een tweetal fragmenten respectievelijk uit het kampioenschap van Groot-IJmuiden 1933 en uit een zeskamp van datzelfde jaar. Allereerst een partijfragment, waarin hij zijn leermeester B. Dukel versloeg:

B. Dukel- C. Suyk 0-2

[Event "Kampioenschap Groot-IJmuiden"] [Site "IJmuiden"] [Date "1933"] [Round "?"] [White "B. Dukel"] [Black "C. Suyk"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "B:W26,27,28,30,32,33,35,36,38,47,48:B6,8,12,13,14,16,17,18,19,23,24."] 1. ... 17-21 2. 26x17 12x21 3. 36-31 14-20 4. 31-26 20-25 5. 26x17 25x34 6. 48-43 24-30 7. 35x24 19x30 8. 28x19 13x24 0-1
[Event "Analyse Dukel"] [Site "IJmuiden"] [Date "1933"] [Round "?"] [White "B. Dukel"] [Black "C. Suyk"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "B:W26,27,28,30,32,33,35,36,38,47,48:B6,8,12,13,14,16,17,18,19,23,24."] 1. ... 17-21 2. 26x17 12x21 3. 36-31 21-26 4. 47-42 26x37 5. 42x31 8-12 6. 31-26 23-29 7. 48-42 18-23 8. 42-37 6-11 9. 37-31 11-17 0-1

In het linkerdiagram de daadwerkelijke zetten, in het rechterdiagram de door Dukel verwachte zetten.

Commentaar:

3. 36-31
Wit dacht nu dat zwart (21-26) moest spelen, waarop het volgende zou volgen (zie rechterdiagram) en Dukel besluit zijn analyse met de opmerking, dat na 27-22 (12-18), 22x11 (16x7) wit wint. Na 27-22 zag hij echter het venijnige (16-21) 22x11 (12-17), 11x22 (21-27), 32x21 (23x43) over het hoofd.
6. 48-43?
Een misvatting, die wit op verlies komt te staan. Aangewezen was 27-21 enz.
8. (13x24)
Na nog enige grove fouten gaf wit op.

Het volgende fragment is uit de zeskamp van 1933.

H. de Boer- C. Suyk 0-2

[Event "Zeskamp"] [Site "IJmiuiden"] [Date "1933"] [Round "?"] [White "H. de Boer"] [Black "C. Suyk"] [Result "0-2"] [SetUp "1"] [FEN "W:W27,31,32,34,36,38,40,41,45,49:B2,6,9,12,13,16,17,18,23,24."] 31. 31-26 2-8 32. 36-31 23-28 33. 32x23 18x29 34. 34x23 17-21 35. 26x17 12x43 36. 49x38 24-30 37. 40-35 6-11 38. 35x24 13-19 39. 23x12 11-17 40. 12x21 16x47 41. 38-32 47x20 42. 45-40 20-29 43. 40-35 29-24 44. 32-28 24-13 45. 28-23 13-24 46. 35-30 0-1

Zwarts laatste zet was (11-17).

Commentaar:

32. 36-31
Door deze zet is wit verloren. Voor 't bord moeilijk te berekenen, doch in gedeelten was dit zeker wel te doen. Wit had 49-43 moeten spelen, maar zwart behoudt het voordeel.
36. (24-30)
Een juweel van een zet, die zwart de winst bezorgde.
41. 35-30
En wit gaf op. Een door zwart zeer fraai gewonnen partij.

In elke goed-functionerende vereniging lopen mensen rond die nauwelijks opvallen, maar ondanks dat bergen werk verzetten. Werk, dat op het eerste oog nauwelijks opvalt. Vele leden beschouwen het als een normale zaak dat, wanneer zij de speelzaal van hun vereniging binnenstappen, borden, schijven en wedstrijdklokken klaar staan, het clubblad eens per maand wordt uitgegeven en de contributie opgehaald wordt.

Maar de mensen die al dit werk doen zijn de poten onder de stoel waarop de bestuurders zitten. Een van hen was Piet van der Kuil en het bericht van zijn dood na een langdurige ziekte schokte velen die hem kenden. Naast een goed dammer verloor DCIJ een trouwe werker, die vanaf het eerste uur lid was geweest.

Persoonlijk kampioenschap van Nederland

Het spelpeil van DCIJ ging nog steeds met rasse schreden vooruit. Spelers als Frans Basstra, Piet Leyte, maar vooral Puk Ligthart namen snel in speelkracht toe. Tijdens een nationale damdag in Haarlem zorgde Ligthart voor een ware sensatie door achtereenvolgens A.K.W. Damme, driemaal kampioen van Nederland en een groot theoreticus van het spel, Cohen, de nieuwe meester, en J.W. van Dartelen te verslaan. Het persoonlijk kampioenschap van Nederland 1934 naderde en het bestuur zag in Ligtharts successen aanleiding hem voor te dragen aan deze wedstrijd mee te doen. Bij de bond talmde men met de beslissing hem toe te laten, maar toen enkele meesters, die recht hadden aan deze wedstrijd mee te doen, door verschillende oorzaken afzagen van deelname, werd de jonge Ligthart toegelaten. Daarmee was hij de tweede deelnemer naast Dukel, die in dit elite gezelschap van meesters en oud-kampioenen IJmuiden vertegenwoordigde. Het enthousiasme in IJmuiden was groot door het enorme succes, dat twee plaatsgenoten het toch maar zover hadden geschopt.

Voor Ligthart werd de strijd een eerste kennismaken met topspelers, waarin hij ervaringen kon opdoen die hem en DCIJ in de toekomst van veel nut zouden zijn. In dit toernooi eindigde hij met vijf punten uit negen wedstrijden op de tiende en laatste plaats. Voor Dukel, die nu voor de derde achtereenvolgende maal meedeed, werd dit toernooi succesvoller. Na een spannende strijd veroverde hij samen met zijn grote rivaal R.C. Keller de eerste plaats. Beiden hadden twaalf punten uit negen partijen en een tweekamp moest uitmaken wie zich dat jaar kampioen van Nederland mocht noemen.

Nadat de eerste twee partijen in remise waren geëindigd, kwam het in de derde partij waarin Dukel de zwarte stukken aanvoerde tot de volgende stand na de 43e zet van zwart:

R.C. Keller- B. Dukel 1-1

Event "?"] [Site "?"] [Date "2014.03.05"] [Round "?"] [White "?"] [Black "?"] [Result "*"] [SetUp "1"] [FEN "W:W16,27,32,33,39,42,43,45:B1,3,12,13,14,18,23,24."] 1. 16-11 14-19 2. 33-28 1-6 3. 42-37 6x17 4. 39-34 3-9 5. 45-40 9-14 6. 40-35 14-20 7. 43-39 20-25 8. 37-31 24-29 9. 31-26 29x40 10. 35x44 25-30 11. 44-40 23-29 12. 39-33 29x38 13. 32x43 19-24 14. 43-38 13-19 15. 40-35 *

Commentaar:

44. 16-11
 Een blunder. Keller meende na de ruil (24-29) en (23-28) naar 6 te kunnen spelen. Dukel vervolgde echter met
44. (14-19)
Nu dreigt (23-28) en (13-19) met dam. Toen moest wit wel met 33-28 vervolgen en na (1-6) kwam zwart een stuk voor.
46. (6x17)
Nu liet Dukel dit zeker niet eenvoudige spel remise lopen.

Na dit voor Dukel nogal teleurstellende verloop was de stand 3-3 en een tweede serie van drie partijen was noodzakelijk geworden. Keller wist in deze serie twee partijen te winnen en won met 5-1, waardoor hij als kampioen van Nederland het recht had Maurice Raichenbach, de Franse wereldkampioen, uit te dagen in een tweekamp met de wereldtitel als inzet.

Het 10-jarig bestaan

Het tweede lustrum naderde en het bestuur wilde aan het tienjarig bestaan niet zondermeer voorbijgaan. De wielerzesdaagse, waarbij renners gedurende zes dagen en nachten onafgebroken fietsten, was in die tijd in Nederland zeer populair en namen als Jan Pijnenburg, Piet van Kempen, Frans Slaats waren een begrip. In navolging van deze evenementen wilde DCIJ een "dam-zesdaagse" organiseren. Prominente dammers werden uitgenodigd: R.C. Keller, kampioen van Nederland, M. Raichenbach, wereldkampioen en J. Demesmaecker, kampioen van België. Barend Dukel vertegenwoordigde DCIJ.

Gezien de enorme organisatie die een damzesdaagse met zich meebrengt en zijn niet al te goede gezondheid besloot voorzitter J. van Zanten af te treden. Bijna tien jaar had hij de voorzittershamer gehanteerd. Vanaf de oprichting had hij zijn taak tot ieders tevredenheid vervuld. Kerst de Jong werd zijn opvolger. Het bestuur met zijn nieuwe voorzitter moest nu proberen de organisatie en financiering van het evenement rond te krijgen.

De crisis die Nederland in de dertiger jaren teisterde, werd ook in IJmuiden gevoeld. Rijen werklozen moesten dagelijks hun stempeltje halen en de bittere armoede van hen was in alle lagen van onze samenleving voelbaar. Dwars tegen deze stroom van ellende in moest het bestuur proberen geld los te krijgen voor de organisatie van het internationale toernooi. Vele activiteiten werden ter hand genomen. Men kon "gouden of zilveren schijf" worden van DCIJ, wat neerkwam op een donatie van respectievelijk f 1,- of f 0,50 per jaar. Een damescomité werd opgericht en maakte allerlei frutseltjes om deze tegen geringe bedragen te verkopen. De middenstand in IJmuiden, waarin Kerst de Jong een vooraanstaande plaats innam, werd gevraagd om financiële bijdragen. De acties die werden gevoerd om dit toernooi financieel rond te krijgen, vergden veel improvisatie- en doorzettingsvermogen van bestuur en leden. 

In die jaren was heel Nederland in de ban van het nationale voetbalelftal, dat zich geplaatst had voor de voorronde van de wereldkampioenschappen in Italië (we gaan naar Rome). Omdat voetbal op dat moment zo populair was, werd er een wedstrijd tussen DCIJ en de veteranen van Stormvogels georganiseerd. DCIJ noemde zich "De Zilveren Schijven" naar aanleiding van de donateursacties en de Stormvogels-oudjes speelden onder de naam Sparta. In de IJmuider Courant verscheen het volgende verslag:

ZILVEREN SCHIJVEN- SPARTA,een spannend en amusant partijtje voetbal.

Na Nederland- België, Nederland- Ierland, Nederland- Frankrijk en Nederland- Zwitserland (of was het Zwitserland- Nederland?) als een klap op de vuurpijl: Zilveren Schijven- Sparta.

Wat een verademing, wat een verkwikking! En wat een enthousiasme bij de spelers; en wat een spanning, wat een trucs, wat een centers, wat een schoten op doel, al kwamen ze meestal niet in, wat een rennen langs het lijntje. En dat alles voor de somma van 9 spie!

Wie dat niet gezien heeft, hij late zich nooit meer op het terrein van Stormvogels zien. Hoeveel duizenden hebben dit voetbalseizoen niet kapitalen uitgegeven voor een van de vele interlandwedstrijden, die ons nationaal elftal dezen winter gespeeld heeft. En al die duizenden hebben voor hun dure kaartje nog het angstzweet van het gelaat moeten vegen als een speler van de tegenpartij wat dicht bij "ons" doel kwam. Niet éénmaal, maar herhaalde malen. En hier voor die negen spie? Gebruld hebben ze, gegierd, geschaterd. Onverschillig of Brillé een van zijn bekende voorzetten voor het doel van Sparta plaatste, onverschillig of Rademakers in z'n eentje met den bal op het doel der Zilveren Schijven rende of dat J. Smit op de hem eigen wijze een Spartaanschen aanval om zeep bracht.

De wedstrijd was een geweldig succes. Want er waren zeker wel vijfhonderd toeschouwers. Het werd dus een kasstuk. Maar dat niet alleen, het werd een geweldige voetbalpropaganda. Want onder de toeschouwers waren er heel veel, die niet tot de geregelde bezoekers gerekend mogen worden; er waren er misschien wel bij, die nog nooit een voetbalwedstrijd gezien hebben. Die vielen nu met hun neus in de boter. En gesmuld dat ze hebben. Van 7 tot 9 uur, bijna aan één stuk door. Dat klopt niet, zult u zeggen. Het klopt wel. Want de scheidsrechter vond den wedstrijd blijkbaar zoo mooi en zoo interessant, dat hij zeker 10 minuten te lang heeft laten spelen. Het kan ook zijn dat z'n horloge onderweg is blijven stilstaan. Eigenlijk verdenk ik hem er van, dat hij Sparta, dat in den aanval was, nog een kansje wilde geven om den achterstand te verkleinen. Welke opzet faliekant uitkwam, omdat dank zij een fenomenalen run van Brillé, die hem bijna zijn laatste ademtocht kostte, het juist de Zilveren Schijven waren die doelpuntten.

De wedstrijd:

Laat ik beginnen met den uitslag. De wedstrijd werd verdiend met 4-1 door de Zilveren Schijven gewonnen. Onze dammers hebben dus bewezen, dat ze niet alleen kunnen dammen, maar dat men ze ook best met de voetbalschoenen om een boodschap kan zenden. Met rust was de stand nog 3-0, maar na de rust kwam Sparta geweldig opzetten. Dank zij het uitstekende verdedigen van Ligthart (was de T.C. aanwezig? Misschien ligt in IJmuiden de oplossing van het keepers-vraagstuk) kon Sparta maar eenmaal het net vinden. Tenslotte een kort fragment uit het radiojournaal van dezen wedstrijd, uitgebracht door niemand minder dan Han Hollander:

 ............... Leyte, jongen wat is die vlug, zet door naar rechts. Daar is Basstra er bij. Deze geeft hem over aan Schaap. Schaap schiet, neen, hij schiet niet. Wim Koster is hem ondanks z'n 100 kilo even te vlug af. Wim trapt den bal het veld weer in. Nu gaat de voorhoede van Sparta er weer vandoor. Driessen, een invaller, wil het alleen doen maar dat lukt hem niet. Smit neemt hem den bal af en de Zilveren Schijven zijn weer in den aanval. Brillé je staat buitenspel, jongen. Ja, dat dacht ik wel, de scheidsrechter ziet het natuurlijk. Jongen, wat is die Borst vlug, daar op den rechtervleugel van Sparta. Maar Smit is toch nog even vlugger. Weer gaan de Zilveren Schijven er vandoor. Van Basstra naar Schaap, van Schaap naar Binkhorst. Daar staat me die Brillé weer buitenspel. Nu is Sparta weer in den aanval. Nou die Cor Bakker kan het nog wel. Hij plaatst zuiver Verwoerd. Een schot ............. goal! Nee, net in de handen van Ligthart. Weer een schot. Tegen den paal. Tjonge wat een pech. Daar gaat Brillé er vandoor. Koster wil hem den weg versperren maar dat mislukt. Nu een schot van den snellen linksbuiten van bord nummer vier ............. mis. Koster is terugge- komen. Brillé loopt onzacht tegen hem aan, hij valt. Brillé natuurlijk. En nu weer is het Piet Rademakers, die er vandoor gaat. Brillé staat weer overeind; hij rent achter Rademakers aan, maar deze is hem te vlug af .............

Hier breekt het radiojournaal plotseling af. Naar ik verneem is de kans groot dat we binnenkort nog eens iets dergelijks op het terrein van Stormvogels krijgen. Zoo'n voetbaloperette smaakt naar meer. S.B.

Voor de volledigheid volgen hieronder nog de opstellingen van beide elftallen die tot dit succes bijdroegen.

Sparta                                                               J. Zwemmer
                                                W. Koster                                     G. Hemken

                          P. Rademakers                         G. Bakker                         G. v.d. Outenaar

                  H.Borst                  F. List                P. Verwoerd        W. Hamers            J. Verweerd

Scheidsrechter: J. Lindehout

                Brillé                K. v.d. Outenaar           H. Schaap         R. Binkhorst         F. Basstra

                     W. Snoek                                       P. Leyte                               T. Postma

                                                J. Smit                                         P. v.d. Velde

                                                                        A. Ligthart
                                                                                                             Zilveren Schijven

Na het financiële succes van de wedstrijd en de gunstige resultaten van andere akties, kon het internationale toernooi zijn beslag krijgen.

DCIJ-1934

Foto: Aankomst van de deelnemers aan het internationale toernooi in 1934. V.l.n.r.: S. Vlessing, J.W. van Dartelen, J. Demesmaecker, D. Ott, M. Raichenbach, K. de Jong, B. Dukel, H.C. v.d. Broek, schuin achter hem net zichtbaar H. Schaap, R.C. Keller, schuin achter Keller: J.H. Lieve en Ph. de Schaap, J. Meijer, F. Basstra en uiterst rechts de heren Schouten en Groenteman.

(wordt vervolgd)

<- deel 1

Terug